
“Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij beërven het koninkrijk Gods”
(Voor de bijbelkenners onder ons, uit de prachtige bergrede.)
Niets vindt men daarin over allerlei eigenschappen die tegenwoordig zo belangrijk zijn in onze maatschappij bijv.zalig zijn diegene die assertief zijn, die briljant, bloedmooi of weerbaar zijn.
Vroeger in de enige ware kerk, werd ons verteld hoe dit hiernamaals te bereiken viel. Van enige luchtigheid en verwondering was geen sprake.
In drie punten werd eindeloos uitgeweid, de ene dienst na de andere,over predestinatie, de zondeval, echt vrolijk werd je er niet van. Tijdens Pasen werd keer op keer het gruwelijke lijden van Jezus voor jouw zonden, je ingepeperd, en alhoewel je niet in staat was tot enig goeds, werd je toch overal verantwoordelijk voor geacht. Had je enig inlevingsvermogen en fantasie als kind dan werd het lijden van Christus, al snel ook jouw lijden en voelde je met Kerst alweer de naderende kruisiging aankomen.
Alhoewel ik vele warme herinneringen koester aan mooie bijbelverhalen, en(kerk)mensen, was de preek niet bepaald aan mij besteed. De levende boodschap werd middels dodelijk saaie dogma’s geïnjecteerd. Fysiek vluchten wat geen optie, maar wanneer de galmende, belerende domineesstem op dreef was, duurde het gemiddeld twee en halve minuut voordat mijn geest opsteeg naar zoetere oorden, af en toe teruggehaald door een King pepermuntje.
Ik kwam goed in aanmerking voor de diagnose aandachtstekort, maar wellicht was transcendente meditatie ook een juiste benaming.
In elk geval ging dit mijns inziens er allemaal heel anders aan toe bij de rooms-katholieken. We leerden weliswaar braaf dat al die beelden afgoderij waren, en biechten bij de pastoor, dat kon ook niet. Maar hoeveel sfeervoller was het in die kerken, met hun mooie glas in loodramen, overal kaarsjes, hun Mariabeelden, die het kindje Jezus liefdevol koesterden. En hoe heerlijk moest het zijn om je te misdragen, een paar weesgegroetjes of even biechten en klaar is kees. Niks zware schuldgevoelens, niks rationele toestanden, zuip je een stuk in de kraag met carnaval en zeg daarna:sorry en Alaaf, en ga de volgende keer weer.Uiteraard wist ik toen nog niet van alle misstanden in de RK, en in stilte koesterde ik mijn voorkeur.
Toen ikzelf kinderen kreeg, trof ik nieuwe geloofsbelevingen aan, zij moesten niks, en mochten alles denken, geloven en voelen. Mijn oudste zoon, bezat nog net geen vleugeltjes, maar was zo zoet en heilig als een engeltje. Geen kerk ontsnapte aan zijn aandacht, of hij wilde erheen, op zoek naar Jezep. Jezep stond voor een mengeling van de twee mooiste zaken uit zijn leven, nl. het zwembad in Wezep en Jezus. Op vakantie in Frankrijk ging hij helemaal los, zijn spirituele kleuterziel achterna, kerk in, kerk uit, terwijl zijn babybroertje vrolijk mee bungelde in de buggy. Die ontwikkelde overigens een wat praktischer en pragmatischer kijk op religieuze zaken. Collectegeld kon in de zak, maar ook eruit. En toen zijn oma overleden was en de dominee sprak over het zaadje dat gezaaid werd, vertelde hij de volgende dag op school aan iedereen dat zijn oma een bloem was geworden.🌹
Tijdens mijn werkbezoeken kreeg ik de kans mij beter te verdiepen in het fenomeen katholiek en kon ik mijn vermoedens omtrent de heerlijkheden van dit geloof toetsen.
Ik bezocht een oude vrouw, die volop mijn vragen beantwoordde. Het kon zijn, dat wanneer ik haar bezocht, zij tierend en luidkeels vloekend naar de deur kwam, vooral wanneer zij gestoord werd tijdens haar toiletgang. Als zij mij dan zag, hield het getier op, en ging ze uitgebreid verhalen over haar moeizame stoelgang, die me al door de brievenbus tegemoet was komen geuren. Dat haar jeugd ook niet had bestaan uit het wegdromen bij kaarsjes en gregoriaanse zang beluisteren werd mij al snel helder. Ze had een harde opvoeding gehad en probeerde deze door te geven aan haar hamster. Het was hem niet toegestaan om kieskeurig te zijn en alleen de lekkere nootjes uit zijn voer te graaien, nee, alles moest op. En als hij te hard zijn rondjes in het rad draaide, hief ze waarschuwend haar breipen op, gereed om het arme diertje eraan te prikken. “Ik moest vroeger ook luisteren en hij weet het langzamerhand heus wel!”.
Mijn tegenwerpingen dat het diertje toch echt niet meer dan 1 hersencel had, werd wel even ter overpeinzing aangehoord, maar ook snel weer verworpen. Regelmatig werd het arme diertje in de werkkast gezet, om na te denken over zijn wandaden.
Keer op keer, sprak ze liefdevol over het prentje aan de wand van haar moeder zaliger, en sloot ze af met de woorden dat die zeker weten in de hemel was. Dit riep bij mij wel allerlei vragen op, maar ik durfde ze niet te stellen, gezien haar opvliegende aard. Ondanks haar nukken, kregen we een knusse band. Niet in het minst omdat ik met haar uit wandelen ging, en haar dan net voor was, door te zeggen hoe prachtig onze Lieve Heer, al die wondermooie bloemen gemaakt had. Verrukt was ze dan, en dit humeur hield even aan. Dus vatte ik de moed, toen ze weer begon over haar moeder, die zeker weten in de hemel was, om te vragen, hoe ze daar zo zeker van was. “Nou, zei ze tegen me, iedereen gaf ze koffie en thee, het was zo’n best mens!” “Weer typisch een gevalletje van RK oppervlakkigheid dacht ik jaloers, want koffie en thee serveren om hemelse heerlijkheid te bereiken, daar had ik nog nooit in de drie punten op zondag over gehoord”.
Op een dag was het weer zover, de kooi ontbrak in de kamer. Voorzichtig informeerde ik naar zijn welzijn, want ondanks de strenge straffen, was het beestje haar alles. Maar nee, het was weer eens wie niet luisteren wil, moet maar voelen. En 114 red een dier, bestond nog niet. Dus zette ik al mijn overtuigingskracht in, het beestje kon wel stikken in die werkkast en ik soebatte tot ik erbij neer viel, totdat ze uiteindelijk toestemde het diertje te bevrijden. Snel haalde ik hem op uit zijn duistere isoleercel en zette hem weer op zijn plek, terwijl zijn vrouwtje nog flink mopperde en mij ook nog een veeg uit de pan gaf: “Jij, jij bent ook altijd zo teerhartig!”
Met een grote glimlach reed ik tevreden terug naar huis. Teerhartig….. wedden dat ik daarmee kan aankomen bij de hemelpoort!