Soms zijn er van die momenten waarop je terugverlangd naar je moeder die al mopperend alles voor je opruimt wat jij achter je kont laat slingeren,zoals dat heet.
Zo viste ik van de week mijn haarstijlingsproduct, oranje roze uit mijn douchekast en bleek dat de dop er niet goed opzat. Hij stond keurig op de kop, zodat de zwaartekracht een handje meehelpt bij het doseren van het goedje.Terwijl het spul tussen mijn vingers droop, bedacht ik dat het hoogstwaarschijnlijk toch ook wel in de doucheladekast zou zijn gelekt. Even het dilemma, wel kijken, niet kijken. Maar ja, het lost zich vanzelf niet op.
Vroeger kon je nog doen alsof je neus bloedde, en in het gunstigste geval kwam je er met een tirade van je moeder ervan af, terwijl zijzelf al mopperend de zooi opruimde. Slechter af was je, indien pedagogisch geheel verantwoord, je erbij werd geroepen en zelf de schade moest herstellen. Mijn moeder was hiertoe in staat, vandaar dat ik opgegroeid ben tot een zelfverantwoordelijke, zelfsturende volwassene. Maar ook kon zij zich helemaal uitleven in eindeloze tirades, gespekt met :”jij, altijd, nooit en hoe vaak heb ik al gezegd dat.!”
Tegenwoordig weten we dat dit niet goed is voor de jeugdige om een adequaat zelfbeeld te ontwikkelen.
Ik hanteerde de volgende oplossing:heel zachtjes naar boven sluipen, op mijn kamertje, mijn lievelingslp opzetten, of cassettebandje(ja,zo oud ben ik)terwijl mijn moeder op de achtergrond vanuit de keuken haar frustraties volledig botvierde. Ik had toen blijkbaar al een goed gevoel voor win –win situaties.
Maar terug naar de druipende tube.Angstig keek ik naar de verminderde hoeveelheid gel die er nog in zat, dit moest wel desastreuze gevolgen hebben gehad. Toch maar kijken en ja hoor!De vloeistof had zich keurig onder alle buurpotjes en flesje genesteld, ingedikt en al en niet van plan zich zomaar te laten verplaatsen.Ook had het zich dermate verbonden met de kartonnen onderkant van een doosje inlegkruisjes dat bij het oplichten van dit doosje de onderkant zich hardnekkig vastklampte aan de lade,er zich niks van aantrekkend dat de inlegkruisjes vanaf dat moment een bodemloos bestaan leidden. Dit geheel vereiste een speciale aanpak, niet ff met een doekje voor het oog, nee, kast leeghalen, schrapen van de kartonderrie, schoonmaken incl. de potjes. Voor je het weet ben je een half uur verder, terwijl je alleen even snel je haren wilde doen.
Maar geen moeder in de buurt dus.
Gelukkig doen wij het tegenwoordig heel anders. Bijvoorbeeld als ik nietsvermoedend mijn hand in een weggemoffeld plastic tasje van mijn puberzoon steek. Een flashback doemt op van een spelletje vroeger waarbij je op verjaardagsfeestjes geblindoekt aan allerlei zaken moest voelen, o.a.aan iets wat de ingewanden van een verongelukte kat zou zijn(lekker griezelen heette dat toen) Op het moment dat ik snel mijn hand terugtrek uit het zakje, druipt er iets van mijn vingers dat ooit het predicaat bananenschil verdiende.
In een fractie van een seconde flitsen alle boodschappen van mijn moeder door mijn hoofd: “jij, altijd, nooit en hoe vaak heb ik gezegd dat….!
Maar nee, we lijken niet op onze moeders,eerlijk niet!
En zoonlief grinnikt wat en gooit zelf het plastic zakje weg, op weg naar een zelfverantwoordelijke, zelfbepalende volwassene en roept over zijn schouder: ”waar doe je nou zo moeilijk over, mam???